Digitale camera kopen
Een camera kopen: waar let je op?
Auteur: Rinus Alewijnse, Middelburg
Als je een digitale camera wilt gaan kopen, is het erg moeilijk kiezen. Het gaat niet eens om de vraag "Wat is nu de beste digitale camera?" Ook adviezen van kennissen zijn van belang, maar kunnen ook eenzijdig zijn. Daarom hieronder enkele algemene aandachtspunten waar je nooit over hoort en met 45 jaar ervaring mag ik daarover wel met enig gezag spreken. En verder nog een tip: Digitale camera's vergelijken kan op Vergelijk.nl. Je kan daar behalve prijzen en technische informatie ook beoordelingen van gebruikers vinden.
Vier soorten camera's
1a. Compact zonder zoeker: deze kunt je alleen richten door achter op het display te kijken en daarvoor moet je de fotocamera min of meer gestrekte armen voor je houden zoals de “schone maagd” dat hieronder doet. Erg onhandig dus, maar doordat de displays groter en helderder zijn geworden, wel iets minder onhandig dan vroeger. Zo’n display is echter een stroomvreter, dus de batterijen zijn sneller leeg.
1b. Compact camera’s met een kleine optische zoeker (zeldzaam): deze kun je gewoon tegen je voorhoofd houden en daardoor gemakkelijker richten en stabiel houden. Doordat de display bijna altijd uit staat (die moet dan wel uitgeschakeld kunnen worden), gaan de batterijen veel langer mee. Dat is al een stuk handiger.
Alle compact types hebben een bescheiden lensje met een zoombereik van 3-4x en een zwak miniflitsertje voor korte afstanden en kleine ruimten.
2. Semi-compact camera’s met een elektronische zoeker en een grotere lens met een flink zoombereik van 8-12x en een krachtiger flitser. Die zoeker gebruikt wel wat stroom, maar veel minder dan de grote display (die moet dan wel uitgeschakeld kunnen worden), dus de batterijen gaan ook relatief lang mee. Een camera voor de echte liefhebber.
3. Spiegelreflex camera’s met verwisselbare lenzen van topkwaliteit voor de veeleisende amateur en vakman/vrouw. Je hebt minimaal twee zoomlenzen nodig (groothoek en tele). Er is wel een ingebouwde flitser aanwezig, maar je kunt er ook een krachtige losse flitser opzetten. Wil je een systeemcamera kopen, bedenk dan wel: ze zijn duur, groot en relatief zwaar:
Opmerking: ik gebruik deze Canon-camera’s slechts als voorbeeld. Er zijn natuurlijk meer merken met vergelijkbare modellen.
Compact is natuurlijk erg aantrekkelijk, maar heeft dus nadelen: beperkt zoombereik, bescheiden zoeker (meestal niet aanwezig), priegelknopjes, zwak flitsertje en een kleinere (dus goedkopere) sensor dan duurdere en grotere camera’s, dus meer ruis in onderbelichte opnamen.
Het tussenmodel is groter en ligt daardoor veel beter in de hand. En doordat je hem tegen je voorhoofd drukt, maak je er veel stabielere (dus scherpere) opnamen mee. Door de heldere zoeker kun je snel werken en het grotere zoombereik biedt meer mogelijkheden - ook bij macro opnamen. Kortom: een echte camera en geen “prutsdingetje voor het damestasje”.
Spiegelreflexcamera's
De grote spiegelreflexcamera’s zijn natuurlijk topcamera’s voor enkelingen, ook al qua prijs.
Als je altijd zo’n soort camera hebt gehad, ligt het voor de hand om er weer zo'n camera te kopen, maar bedenk dan eerst of je nog wel zin hebt om met zo’n zware tas rond te sjouwen en of je voor de soort foto’s die je nu nog maakt niet veel beter af bent met een eenvoudiger camera.
Een goede camera is niet een toevallige aanbieding van de “Aldi” of een “Trust-cameraatje van de Kijkshop”, maar een camera van een bekend cameramerk voor een bedrag tussen 200 en 400 euro - de duurdere spiegelreflexen buiten beschouwing gelaten.
De voor de hand liggende keuze voor de allerkleinste is dus niet vanzelfsprekend de beste keuze. Probeer dat eens in een goede winkel uit, dan voel je meteen hoe onhandig die kleine camera’s zijn - zeker voor mannenhanden.
Megapixels?
De fabrikanten zitten in een ratrace om steeds meer pixels, maar een camera met 6 “megapixels” en een behoorlijke lens is al voldoende voor prima opnamen die tot A4-formaat afgedrukt kunnen worden - zelfs al zul je dat maar zelden doen (voor 10x15 is 2 megapixels al voldoende - ook om een normaal beeldscherm te vullen).
Meer pixels zijn dus alleen reserve voor nog grote afdrukken of meer snijreserve. Je hoeft dus niet te zwichten voor een camera met 12 megapixels als je ook een aantrekkelijke (en goedkopere) met 8 of 10 megapixels ziet. 12 megapixels (of meer) is goed voor 30x40 posters of groter en die bestel je vast niet elke dag.
Compactcamera's hebben een beperkt optisch zoombereik, dus je zult vaker de neiging hebben om door te zoomen in het digitale bereik. Maar dan ga je een steeds kleiner deel van de sensor gebruiken en hou je uiteindelijk maar een foto van 0,3 megapixels over en dat is webcam kwaliteit, dus shit.
Daarom verdient een camera met een groter optisch zoombereik altijd de voorkeur (dus het derde model), want dan heb je geen behoefte meer aan het digitale zoombereik.
Belangrijk is dan wel dat de camera trillingscompensatie heeft, anders kun je uit de hand geen scherpe telefoto’s maken. Vroeger moest dat immers ook op statief (zie verder).
Opmerking: de cameraatjes in mobieltjes moet je beschouwen als grappige kiekertjes voor tussendoor of voor de "verzekering", maar ze halen het niet bij echte digitale camera's - zelfs niet bij een willekeurige compactcamera en zelfs niet als ze maar liefst 5 megapixeltjes hebben.
Beeldkwaliteit
Camera’s met lenzen van bekende merken verdienen altijd de voorkeur. Sommige fabrikanten maken zelf geen lenzen, maar betrekken die bij beroemde Duitse lenzenslijpers zoals Leitz, Schneider en Zeiss. Desondanks vertonen de lenzen van de goedkopere camera’s allemaal wat tonvertekening (rechte lijnen worden krom). Dat moet je voor lief nemen (met sommige fotoprogramma's kun je daarvoor corrigeren).
Als camera’s bitmapbestanden zouden produceren, zou dat in een 5 megapixel camera per foto een bestand van 15 megabyte zijn. Maar omdat in de camera jpeg-compressie wordt toegepast, zijn die bestanden gemiddeld een factor 10 kleiner. De mate van compressie heeft echter enige invloed op de beeldkwaliteit, dus een matige compressie (5x) levert de beste kwaliteit (maar grotere bestanden) en een sterke compressie (20x) iets mindere kwaliteit (maar kleinere bestanden).
Zet de camera dus altijd op beste kwaliteit en gebruik altijd de hoogste resolutie, dus alle pixels van de sensor en verander die instelling nooit meer. Dan heb je altijd een goed uitgangspunt, want je kunt later met elk foto-programma kleinere bestanden met minder pixels maken als je die voor een speciale toepassing nodig hebt.
Beeldverhouding
Als je vrijwel niets met je foto’s op je computer gaat doen en dus rechtstreeks afdrukken laat maken, kun je het beste 3:2 instellen voor de gebruikelijke 10x15 afdrukjes. Maar als je je foto’s voor-namelijk op je computerscherm bekijkt, kun je beter 4:3 instellen (als er te kiezen valt).
Een breedbeeldinstelling (16:9) is alleen bedoeld voor panoramafoto’s, maar dat is onzin want door bijsnijden kun je later van een 4:3 opname ook een 16:9 afbeelding maken of alles daartussen in.
Batterijen kopen
Het gedoe met oplaadbare batterijen of accupacks is een groot nadeel van digitale camera’s, vooral als je intensief fotografeert. Je moet dus altijd een geladen reservesetje bij de hand hebben.
Gewone oplaadbare penlights zijn overal verkrijgbaar en verdienen dus de voorkeur. Gebruik een snellader alleen voor noodgevallen. Normaal gebruik je een zogenaamde druppellader die er minstens 12 uur over doet - dan gaan je dure batterijen veel langer mee. Compactcamera's hebben aan 2 batterijen voldoende, de grotere camera's hebben er meestal 4 nodig.
Er zijn ook camera’s met speciale accupacks van de fabrikant – koop er dan meteen een reservepack bij, anders zit je later misschien met leverproblemen.
Datum en tijd: belangrijk
Elke camera voegt automatisch allerlei technische gegevens aan de bestanden toe en daarvan zijn voor jou datum en tijdstip van de opnamen het meest van belang – ook later. Dus je moet regelmatig controleren of de instelling hiervan nog klopt, want niets is zo lastig als verkeerd gedateerde opnamen – zeker bij het ordenen van fotoseries van verschillende camera's op je computer.
De datum mag echter niet op de foto’s zelf zichtbaar zijn, dat is erg storend bij het corrigeren van die foto's omdat die datum dan scheef kan komen te staan of gedeeltelijk doorsneden kan worden.
Filmpjes
Met alle camera’s kunnen korte filmpjes (met geluid) van shitkwaliteit worden gemaakt – daar hoef je het dus niet voor te doen. Als je graag filmt, moet je een echte digitale film camera kopen. De nieuwste modellen kunnen korte filmpjes in HD-kwaliteit maken en dat is al een grote verbetering.
Hou je camera vooral stil en zoom heel langzaam in of uit en dat is allebei moeilijk.
Flitsen
Je moet in dat soort omstandigheden juist de flitsautomatiek uitschakelen en vertrouwen op de normale belichtingsautomatiek. Vanwege de langere belichtingstijden in donkere ruimten zoals kerken, moet je dan steun zoeken of een klein statiefje gebruiken om onscherpte door trillende handen te voorkomen (zie verder).
Geheugenkaartjes
Een 5 megapixel camera produceert per foto al een jpeg-bestand van ongeveer 2 megabytes (MB), dus op een geheugenkaartje van 2 GB gaan dan 1000 foto’s. Dat is natuurlijk best veel, maar tijdens een bijzondere reis kun je er ongemerkt meer maken, dus zorg altijd voor een reservekaartje van 2 GB (SD-kaartjes zijn het meest gangbaar en niet erg duur meer).
Als je persé “professioneel” wilt doen en met je dure spiegelreflex-camera in “RAW” wilt gaan werken, gaat het om bestanden van 10-20 MB per foto en dan zijn de kaartjes niet aan te slepen. Dan krijg je ook met de verwerking veel ingewikkelde problemen op je dak, dus bezint eer je daaraan begint.
Instellingen
Alle camera’s (zelfs de eenvoudigste) zijn vergeven van nutteloze instelmogelijkheden die niemand gebruikt, maar de paar instellingen die wel belangrijk zijn (zoals datum en tijd) kent men dan ook niet en dat wreekt zich altijd.
Men vertrouwt terecht op de automatiek en dat gaat bij 90% van je foto’s ook prima. Maar het is handig als je de camera onder wat moeilijker omstandigheden heel snel een belichtingsreeks kunt laten maken, zodat je later de beste opname kunt uitkiezen. En het is ook belangrijk als het lichtmeetsysteem op spotmeting ingesteld kan worden (dat kan alleen in duurdere camera’s), want daarmee zorg je dat het detail dat je belangrijk vindt wel goed wordt belicht.
Grote overbelichte (uitgebleekte) plekken op digitale foto’s zijn erg lelijk en kunnen later met geen enkel fotoprogramma worden bijgesteld, maar enigszins onderbelichte foto's zijn nog wel goed te corrigeren.
De meeste camera’s hebben tegenwoordig scènekeuzes en die kunnen goed van pas komen bij bijzondere omstandigheden zoals sneeuw- en strandopnamen, nachtopnamen, vuurwerk etc. Gebruik deze mogelijkheden dus, want die zullen veel mislukte opnamen voorkomen.
Programma’s
De bij een camera geleverde programma’s zijn zelden van belang en vaak storend door allerlei ingewikkelde en overbodige flauwekul. Alleen als het om speciale zaken gaat zoals een RAW-convertor, is installatie daarvan wel noodzakelijk. En als er al een beroemd programma zoals Paintshop wordt meegeleverd, zal dat toch meestal een demoversie voor 30 dagen zijn.
Voor alle normale zaken zoals importeren, corrigeren en ordenen, kun je uitstekend uit de voeten met Picasa van Google en dat is gratis voor iedereen beschikbaar. Eenvoudig en toch goed - dat is tegenwoordig een zeldzame combinatie. Zie http://www.wilmakarels.nl/picasa3/handleiding.php
Statief kopen?
Niemand wil met een groot statief rondsjouwen, maar een klein tafelstatiefje dat gemakkelijk in een cameratasje of binnenzak past, kan uitstekend van pas komen, vooral als je graag mooie interieuropnamen van kerken en andere bijzondere gebouwen maakt.
Je zet de camera dan ergens neer en laat de zelfontspanner het werk doen. Of je drukt de camera met het statiefje tegen een muur of zuil voor extra stabiliteit. Zelfs als je camera automatische trillingscompensatie heeft, zal dit toch aanmerkelijk betere opnamen opleveren, want het gaat dan om lange sluitertijden in de orde van 1 seconde.
Verwerking
Dit wordt door iedereen erg onderschat.
Zolang je tevreden bent met 10x15 afdrukjes die je bijvoorbeeld via de fotokiosk bij de Hema bestelt, is dat niet zoveel moeilijker dan vroeger. Dan volstaat zelfs de meest eenvoudige camera.
Zodra je echter je foto’s op je computer wilt gaan zetten, krijg je meteen te maken met een organisatieprobleem, nog los van alle andere problemen. Maar als je de nieuwe foto’s via Picasa netjes in de map 2010 importeert en daarna allemaal netjes corrigeert, ben je al aardig op de goede weg. Dan is je geld voor een betere camera pas goed besteed.
Voordelen
Men noemt meestal als voordeel dat je zo gemakkelijk slechte opnamen kunt verwijderen, maar nog belangrijker is dat je gratis wat meer opnamen kunt maken zodat je later op je grote scherm de beste kunt uitzoeken en de overige kunt verwijderen.
Verder is het een voordeel dat je – mits je de foto’s op je computer zet – bijna niets meer hoeft te laten afdrukken, want wat moet je op den duur met al die afdrukjes – vooral omdat je waarschijnlijk meer zult gaan fotograferen dan vroeger. Zo nu en dan een paar bijzondere foto's voor je meeneemmapje is al meer dan genoeg.
Een ander voordeel is dat je foto's gemakkelijker kunt delen met anderen: als het om een paar foto's gaat per e-mail en als het om een flinke serie serie gaat via Picasaweb.
Aan alle voordelen kleven ook nadelen, want je zult wel ontdekken dat het opzetten van een goed digitaal fotoarchief heel bewerkelijk is en je ook met de zorgen voor het maken van back-ups opscheept, enzovoort. En daar wou ik het nu bij laten - sterkte met je keuze.
Naschrift
Ook voor de goedkopere compactcamera’s is inmiddels de 5 megapixel standaard verschoven naar 10 en een optische zoeker is helaas bijna uitgestorven.
Er beginnen dure compactcamera’s te verschijnen met grotere sensoren en verwisselbare lenzen. De Olympus Pen (retromodel) en de Panasonic G1 zijn daar de voortrekkers van.
De nieuwste Canon-camera heeft al 18 megapixels, maar laat u niet gek maken: 12 is voor de meeste mensen echt meer dan voldoende.
Cursus fotografie
Wil je meer weten over fotografie, dan kun je de fotografie cursus doornemen. Je krijgt allerlei tips over thema's als belichting, compositie, gebruik van lenzen enzovoort. Daarnaast is er een speciale cursus natuurfotografie beschikbaar. In die cursus staan specifieke tips voor als je in de natuur wilt fotograferen.
Basisinstellingen digitale camera´s
Professionele fotografen stellen hun camera meestal handmatig in. Ze kennen hun camera door en door en weten precies hoe ze hun camera in elke situatie het beste kunnen instellen. Wanneer je nog niet zo ver bent met fotografie, kunnen de basisinstellingen van je digitale camera uitkomst bieden.