Friese meisjes borduurden op merklap hun eigen verhaalEen vrije vogel op het dakGeertje Bikker-Otten Historische merklappen hebben iets fascinerends. Hedendaagse borduurfans kopiëren ze graag tot in detail. Inclusief de initialen en de 'foutjes' van de oorspronkelijke maakster. Een tentoonstelling over Friese merklappen maakt duidelijk dat dit eigenlijk de omgekeerde wereld is. De meisjes die de lappen vroeger maakten, improviseerden er namelijk lustig op los. Friese merklappen worden ook wel letterdoeken genoemd, omdat er vaak verschillende alfabetten op zijn afgebeeld. Gemiddeld acht per lap. Dat laat zien dat er veel belang werd gehecht aan de geletterdheid van meisjes, concludeert Gieneke Arnolli, conservator textiel van het Fries Museum. Dat was ook in de zeventiende eeuw al het geval. "Er staat vaak ook een gotisch alfabet op. Bij het samenstellen van de tentoonstelling kwam ik tot de ontdekking dat dat te maken heeft met de Bijbel. In die tijd werd die in gotische letters gedrukt. Antieke zakbijbeltjes met mooi beslag waren altijd eigendom van vrouwen." Opvallend aan het Friese alfabet is dat het maar negentien of twintig letters telt. De j, q, w, x, y en z komen niet voor. Ook de u ontbreekt soms. "Die letters kwamen vroeger in Friese namen niet voor, of ze werden anders weergegeven. Voor de u en de w werd de v gebruikt. De y werd weergegeven als een dubbele i", vertelt Arnolli. Pas in 1804 werd het gestandaardiseerde alfabet van 26 letters ingevoerd. In de negentiende eeuw was er sprake van een vereenvoudiging van de merklappen. Ze werden op lagere scholen nog tot de Tweede Wereldoorlog gemaakt.
Spiegelbeeld De maakster van de letterdoek uit 1572, een meisje met de initialen IF, maakte een vergissing. Ze borduurde de "5" in spiegelbeeld. "Helaas hebben we niet kunnen achterhalen wie dit meisje was. Bij heel veel andere letterdoeken uit onze collectie is dat wel gelukt." Het Fries Museum bezit een uitgebreide collectie Friese merklappen: zo'n 650 exemplaren. De letterlap van IF is een bruikleen uit particulier bezit. "Er zijn wereldwijd veel Friese lappen bewaard gebleven, meer dan van andere provincies. Friezen zijn nogal bewaarderig. Ik denk dat dat een deel van de verklaring is. Het was een familietraditie dat letterdoeken van oma naar kleindochter gingen." Volgens Gieneke Arnolli zijn er nog vele antieke merklappen in particulier bezit.
Zes keer de "g" Ze wijst naar de letterdoek die de sleutel tot het antwoord bevat. In de hoek staat geborduurd: gesaeght, gesooght, gefonden, gekooft, geknoopt, gebonden. In hedendaags Nederlands: gezegd, gezocht, gevonden, gekocht, geknoopt, gebonden. "Die zes g's blijken te verwijzen naar de oude gewoonte om als verlovingsgeschenk een versierde doek met daarin geld, een knottedoek, aan een meisje te geven. Als ze die accepteerde en hem dichtbond was ze verloofd."
Koffiepot Er is duidelijk sprake van regionale verschillen. In Leeuwarden krijgen de grote initialen vaak een kroontje, vanwege het in de stad gevestigde stadhouderlijke hof. Lappen die afkomstig zijn uit de Friese hoofdstad hebben als opvallend kenmerk vaak een grasrand als "grondje" - de onderrand van het werkstuk. In andere regio's komt opvallend vaak het patroon van een zeilschip voor.
Eigen inbreng Een goed voorbeeld van de inbreng van de maakster is het werkstuk van Antje Jilderts uit Ferwerd. Het meisje borduurde een kerk waar duidelijk de toren van de kerk van Ferwerd in is te herkennen. Ze verwerkte de initialen van haar zus en zwager. Veelzeggend borduurde ze in de linkerbenedenhoek van de lap een vogel in een kooi: haar zus. Op het dak van de kerk zit een vrije vogel: zijzelf. Een ander opvallend kenmerk van Friese letterdoeken is de chaotische indeling. "Je kunt zien dat de maaksters bovenaan begonnen met een alfabet en onderaan een rij motieven plaatsten." Wat daartussen kwam, hing af van de omstandigheden en de creativiteit van de maakster. Van een evenwichtige vlakverdeling is zelden sprake. Een vooropgezet plan lijkt er niet te zijn. Een meisje borduurt in kleine letters, dwars tussen allerlei motieven door, een tekst waarin ze vertelt uit hoeveel leden haar familie bestaat."
Linnenblekers Arnolli laat het verschil zien tussen ongebleekt, grauw linnen en nagenoeg wit gebleekt linnen. "Het linnen werd op het gras uitgespreid en bleekte door de straling van de zon en door de ozon tussen de grassprietjes." Voor letterdoeken werd voornamelijk gebleekt linnen gebruikt. Het gebruikte borduurgaren is een indicatie voor de rijkdom van de familie waaruit een meisje afkomstig was. Lappen waarop veel verschillende kleuren zijde zijn gebruikt, duiden op welvaart. Een werkstuk met voornamelijk garen in blauwtinten -linnen was lastig te verven- is waarschijnlijk gemaakt door een arm meisje. Een paar letters springen eruit: ze zijn geborduurd met rode zijde. Misschien een restje, misschien gekregen van een vriendin. "Het staat wel vast dat eigenlijk alle meisjes leerden borduren - arm en rijk. Maar er zijn alleen lappen bewaard gebleven uit de rijkere streken van Friesland. Uit de omgeving van Appelscha, een arm zandgebied, hebben we niets." In het museum hangen ook een paar letterdoeken waarvan de kleuren nogal doorgelopen zijn. Ter waarschuwing voor iedereen die thuis een historisch borduurwerk heeft liggen. "Er werd soms geborduurd met garen dat niet kleurvast was. Als dat in aanraking komt met water, gaat het doorlopen, ook na anderhalve eeuw." Met het stoomstrijkijzer over het borduurwerk van overgrootmoeder gaan, is dus geen goed idee.
Achteruitgang De tentoonstelling "Letter voor Letter" loopt tot 12 maart 2006. Het Fries Museum, Turfmarkt 11, Leeuwarden, is dagelijks geopend van 11 tot 17 uur. 's Maandags gesloten. Op woensdag is de entree gratis. De expo is gebaseerd op een boek met dezelfde titel. Dit kost (inclusief het telpatroon van de letterdoek van Antje Jilderts uit Ferwerd) € 32,50 en is in de museumwinkel verkrijgbaar. Meer info: www.friesmuseum.nl of 058-2555509.
Dit artikel is verschenen in het Reformatorisch Dagblad, d.d. 26 november 2005
Naar het overzicht met merklappen. |